Hadestown – Anaïs Mitchell / Rachel Chavkin
Gezien: 30 juli 2025, Koninklijk Theater Carré

De wachtende mensen op de Amstelkade, de zomerwarmte op de stoep, het geroezemoes in de foyer – alles klopte. Alsof theaterbezoek weer net zo vanzelfsprekend was als fietsen of koffiezetten. En toch: Hadestown is geen vanzelfsprekend middagje musical. Geen glitter en luchtige choreografie, maar zwoel en zinderend. Een voorstelling die onder je huid kruipt, net als de zomerse hitte in een stad zonder wind.
De mythe van Orpheus en Eurydice is natuurlijk al eindeloos vaak verteld. Maar zelden zo rauw en tegelijk hoopvol als hier. In deze versie is Hadestown niet de klassieke onderwereld, maar een industriële hel vol arbeid, rook en ritme. Eurydice daalt niet af door een stom ongeluk, maar verkoopt zichzelf — letterlijk — aan Hades, uit armoede en wanhoop. Ze wil eten, warmte, veiligheid. De prijs is hoog: haar vrijheid.

De eerste associatie die zich aan me opdrong was met The Underground Railroad. Niet alleen vanwege de treinen die Hadestown binnenrijden en de dwangarbeid daarachter, maar vooral door het idee van hoop als risico. Net als de gevluchte slaven bij Colson Whitehead weet ook Eurydice: de route naar boven is er misschien, maar je moet je geliefde vertrouwen. En Orpheus moet zijn liefde bewijzen zonder om te kijken. Het voorbeeld dat dit kan wordt gegeven door Hades en (de geweldige Joy Wielkens) zijn vrouw Persephone. Ondanks alle obstakels en ruzies zijn zij al eeuwen samen.

De muziek is fenomenaal. Een mix van folk en New Orleans jazz, met koperblazers, contrabas en een rauwe zangerige vertelstijl die me deed denken aan straten in de French Quarter bij schemer. Iedereen swingt — letterlijk en figuurlijk — in zijn rol. Hermes (een mooie rol van Claudia de Breij) stapt met een lach en een traan door het verhaal, als een ceremoniemeester die weet dat elk nummer eindigt, maar toch speelt.

Orpheus is geen held met borstplaat en zwaard, maar een dromer met een lier en een melodie. Zijn kracht ligt niet in zijn spierballen, maar in zijn geloof. Zijn lied moet de wereld veranderen. Moet harten breken en deuren openen. Maar geloof is broos. En daar zit misschien wel de kern van de voorstelling: Wat als hoop zelf destructief is? Wat als liefde niet genoeg is om systemen te doorbreken?

Het decor schuift en draait als een fabriek in beweging. arbeiders lopen in het gelid. Liefde voelt hier als rebellie. En tegelijk — het einde, dat je al van tevoren weet (want: mythe), komt toch binnen als een klap. Want ook als je weet dat Orpheus zal omkijken, hoop je dat hij het dit keer niet doet. Alsof theater een alternatieve geschiedenis mogelijk maakt.

"To the world we dream about
And the one we live in now…"

Want dat is misschien de grootste kracht van Hadestown: het laat je niet alleen dromen, maar ook twijfelen. En dan nog steeds blijven hopen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Midzomernachtsdroom door TG Oostpool, Phion & Introdans

L'Etang / Regie Gisèle Vienne, spel Adèle Haenel en Ruth Vega Fernandez

Fabian oder der Gang vor die Hunde